Diergaarde Blijdorp


Ontstaan

Twee spoorwegmedewerkers, Georg van den Bergh en Frans van der Valk, namen in 1855 een spoorwegtuintje langs het spoor van de Rotterdamse binnenstad in gebruik. Het stukje grond was voorzien van een waterkom waarin overtollig regenwater werd opgevangen. Het was de ideale plek om de exotische vogels die ze hadden verzameld onder te brengen. Deze hobby vergaarde snel veel aandacht. In 1856 sloten stationschef S.J. Roosdorp en J.M. Scheffer zich bij de twee aan. Het viertal huurde de aangrenzende tuin met tuinhuis erbij en opende daar een sociëteit waar ‘achtbare’ Rotterdamse burgers lid van konden worden.
De grote populariteit van de sociëteit en de groeiende verzameling tentoongestelde dieren vroeg om verdere uitbreiding. In 1857 doneerde de spoorwegen een groot stuk land aan de Kruiskade en werd, met een lening en steun van de Rotterdamse zakenwereld, begonnen met de bouw van de Rotterdamsche Diergaarde. De sociëteit werd vervangen door een imposant gebouw in internationale stijl, er werden plantenserres, dierenverblijven en verschillende zalen voor ontspanning gebouwd waar de gegoede burgerij van Rotterdam zich kon verpozen. De diergaarde kreeg al snel internationale faam.
De eerste directeur van de diergaarde werd Henri Martin, leeuwentemmer van beroep.


Verhuizing

Het complex groeide gestaag maar in 1937 besloot het gemeentebestuur dat de diergaarde moest wijken voor de (verkeers)ontwikkeling van de stad. Daarnaast kampte de diergaarde al een tijdje met financiële problemen. Een nieuwe locatie moest gevonden worden. Met de opbrengst van de verkoop van het terrein in de stad kon een nieuwe diergaarde gebouwd worden in de Blijdorpse polder die net ontgonnen was voor bebouwing. Hiervoor werd het zuidelijke gedeelte van het geplande wijkpark (Vroesenpark) gebruikt. Architect Sybold Van Ravesteyn kreeg opdracht om een plan voor de gehele diergaarde te maken. De naam veranderde van Rotterdamsche Diergaarde in Diergaarde Blijdorp en het werd een van de eerste dierentuinen in de wereld die door één architect is ontworpen. De stijl van Van Ravesteyn wordt nog steeds als leidraad genomen bij nieuwe aanbouw. De gebouwen hebben sinds 2004 een rijksmonumenten­status.


Oorlog

Toen de verhuizing nog in volle gang was bombardeerden de Duitsers Rotterdam. Bommen die bedoeld waren voor het nabijgelegen treinstation kwamen op het diergaarde terrein terecht. De chaos was enorm. Gevaarlijke roofdieren werden afgemaakt en met man en macht probeerde men de andere dieren te verhuizen van de binnenstad naar Blijdorp, waar de bouw van de nieuwe diergaarde nog gaande was. Sommige dieren werden tijdelijk door andere dierentuinen opgenomen. Vele dieren overleefden het bombardement en de daaropvolgende branden niet.

Op 7 december 1940 werd de nieuwe diergaarde officieel geopend. De zwierige Rivièrahal is een van de weinige grote zalen die Rotterdam dan nog heeft. Het wordt het toneel van allerlei activiteiten; van concerten, balletuitvoeringen en modeshows tot bijeenkomsten van de NSB. Het personeel heeft ondanks de voedselschaarste in de oorlog het dierenbestand goed op peil kunnen houden. De ruime opzet van de nieuwe diergaarde had een positief effect op het fokprogramma waardoor het aantal dieren na de oorlog ruim verdubbeld was. Hiermee heeft de Diergaarde veel dierentuinen die door de oorlog getroffen waren kunnen helpen.


Moderne dierentuin

Sinds de oorlog is de diergaarde blijven bouwen en innoveren. De Chinese tuin, de Taman Indah en de vleermuisgrot zijn hier voorbeelden van. Na de uitbreiding aan de overzijde van het spoor werden het Oceanium en het ijsberenverblijf gebouwd. In de loop van haar bestaan heeft de diergaarde zich ontwikkeld tot een toonaangevend instituut. Diergaarde Blijdorp zorgt respectvol voor haar dieren, ze leven in een omgeving die is afgestemd op hun natuurlijke gedrag en dierenwelzijn. Educatie en natuurbehoud zijn de hoofddoelstellingen van de diergaarde om zo bezoekers respect voor de natuur mee te geven.

Diergaarde in 1923 Foto: Collectie Stadsarchief Rotterdam NL-RtSA_4232_XXIII-118-03 (KLM Aerocarto)
Diergaarde Blijdorp in 1947 Bovenin de foto is nog een deel het Vroesenpark te zien zoals het in het plan van Witteveen ontworpen is Foto: Collectie Stadsarchief Rotterdam NL-RtSA_4232_XXIII-124-61 (Diepen Ypenburg)
Rivièrahal met uitkijktoren in 1950 Foto: Collectie Stadsarchief Rotterdam NL-RtSA_4202_XXIII-124-66

Het Buitenmuseum Blijdorp is een bewonersinitiatief, mogelijk gemaakt door de Wijkraad Blijdorp en Blijdorpse Polder.