Blijdorp wordt tussen 1931 en 1940 aangelegd in de Blijdorpse polder, waar de wijk naar genoemd is. De wijk wordt begrensd door de in 1940 gedempte Noorderhaven, het Noorderkanaal, het Schie-Schie kanaal en de spoorlijn naar Hoek van Holland.
Het eerste plan voor stadsuitbreiding van deze wijk dateert van 1920. Architect Kromhout ontwierp een ambitieus monumentaal plan voor 2500 woningen met een driehoekig park als basis.
Toen eind jaren twintig het besluit viel om de diergaarde van het centrum naar het westelijk deel van de Blijdorpse polder te verplaatsen, verviel dit plan. De nieuwe stadsarchitect Witteveen maakte in 1926 een plan dat daadwerkelijk uitgevoerd werd.
Blijdorp was een moeras; het bouwrijp maken gebeurde door ophoging met zand uit de nieuw
gegraven delen van de Waalhaven.
De brede kruisende verkeerswegen Statenweg en Stadhoudersweg vormden de hoofdstructuur van het ontwerp. Op de kruising van deze wegen werden vier woonblokken gerealiseerd, gelegen rond ruime gesloten binnenterreinen. De woningcomplexen zijn ontworpen door de architecten J.H. van den Broek, W.Th.H ten Bosch en A. Otten, in de stijl van het Nieuwe Bouwen, dat gekenmerkt werd door functionaliteit en het ontbreken van versieringen.
De architecten van het Nieuwe Bouwen richtten zich op de wereld van de moderne techniek en nieuwe bouwmaterialen die efficiënte, functionele en hygiënische scholen, woningen en fabrieken mogelijk moesten maken.
Hoewel deze architecten hun beweging niet als stijl wilden zien, ontstond er toch een stilistisch herkenbare architectuur, gekenmerkt door platte daken, staal en glas. Beton en staal boden de mogelijkheid ijle constructies met vrij indeelbare plattegronden te ontwerpen. Een zeer veelvoorkomend woningtype is een appartement op de begane grond met een eigen voordeur en een tuin, met daarboven woningen op de tweede en derde verdieping, ontsloten door een Haags portiek. Deze woningen hebben ook nog elk een deel van de vierde verdieping tot hun beschikking, bereikbaar via een stelsel van ingenieus om elkaar lopende eigen binnentrappen.
Midden in de wijk ligt het monumentale wooncomplex
De Eendracht, ontworpen door architect Jo van den Broek, dat is opgenomen in het register van rijksmonumenten. ‘De Eendracht’ wordt begrensd door de Statenweg, Vroesenlaan, Navanderstraat en Van der Horststraat.
Van den Broek ontwierp de huizen onder het motto ‘licht, lucht en ruimte’. De appartementen hadden een dag en een nacht plattegrond. Door middel van schuifdeuren met veel glas erin en opklapbedden werd de ouderslaapkamer een speelkamer en de slaapkamer van de oudere kinderen een studeerkamer. Doordat een woning twee gangen heeft bleven in de nachtsituatie wc, badkamer en keuken voor iedereen bereikbaar zonder door een slaapkamer te hoeven. Tussen de woonkamer en de keuken bevond zich een doorgeefservieskast.
Blijdorp werd ontwikkeld tijdens de economische crisis van de jaren dertig. De gemeente had geen geld om zelf te bouwen en liet dat over aan de in die periode opkomende woningbouwverenigingen en later aan het bedrijfsleven. De opdrachtgevers waren de zogenaamde eigenbouwers, aannemers die hun geld belegden in blokken huurwoningen die zij zelf bouwden. De gemeente zag erop toe op dat de bouwblokken als één geheel werden vormgegeven en straatwanden niet pandsgewijs werden ingevuld, om te voorkomen dat aannemers die slechts delen van een blok bouwden dat deel hun eigen signatuur gaven. Supervisors hielden toezicht om het straatbeeld ordelijk te houden. In dit geval de drie bovengenoemde architecten.
De Statensingel loopt als een groen lint dwars door de wijk, in het Oosten met een grote vijver bij de Prinsekerk tot aan de oude ingang van diergaarde Blijdorp aan de Westkant van de wijk. Ook het Vroesenpark vormt een groen accent aan de rand van de appartementencomplexen waaruit de wijk vrijwel volledig bestaat.
Langs en achter de Van Aerssenlaan was plek voor een aantal rijen herenhuizen. Deze blokken herenhuizen zijn van de hand van architect W.Th.H. ten Bosch.
In 1938 werd het blok herenhuizen aan de Van Aerssenlaan ter hoogte van de kruising met de Statensingel afgesloten door de monumentale ‘Villa Wijlacker’. Architect W.Th.H. ten Bosch was een veelbouwer die een belangrijk deel van het Rotterdam van tussen de wereldoorlogen een aantrekkelijk gezicht gaf.
Daarnaast ontwikkelde hij een eigen stijl door het Nieuwe Bouwen te combineren met de Delftse school. Zijn gebouwen werden gekenmerkt door het vrijwel uitsluitende gebruik van baksteen, brede kozijnen en erkers (veelal in lichte kleuren), hoge gootlijnen, groene hagen en hoge met pannen beklede daken.
Het Buitenmuseum Blijdorp is een bewonersinitiatief, mogelijk gemaakt door de Wijkraad Blijdorp en Blijdorpse Polder.